geschiedenis kraamzorg

  • Simone

    Hallo dames,

    Ik ben Simone, 44 jaar en op 3 maart gestart met de verkort opleiding tot kraamverzorgende, in Den Helder bij het ROC. Met veel plezier heb ik gelezen op dit prikbord. Er staat voor mij ontzettend veel informatie op te lezen. Nu ben ik op zoek, voor een werkstuk, naar een tip waar ik informatie kan vinden over de geschiedenis van de kraamzorg. Dus van, zeg maar de 18e eeuw. Ik ben al even aan het speuren geweest, maar aangezien ik best veel te doen heb ihk van mijn opeiding, wil ik de vraag hier graag neerzetten, in de hoop wat tips te krijgen.

    Alvast bedankt voor de moeite.

    Simoon.

  • Bianca Bottelier

    Hoi Simone,

    En heb je al een paar tips gekregen.

    Ik ben ook op zoek,maar kan niet echt veel vinden.

    Groetjes Bianca.

    Tot morgen.

  • Els

    In het Openluchtmuseum in Arnhem hebben ze een consultatiebureau oude stijl (uiteraard) dus misschien is daar ook meer informatie vinden.

  • Simone

    Hoi Els,

    Bedankt voor je reactie. Heb inmiddels iets gevonden en gebruikt. Was wel moeilijk hoor, om er iets bruikbaars over te vinden.

    Simone.

  • astrid visser

    Hoi Simone,

    Ik ben ook opzoek naar informatie over de geschiedenis van de kraamzorg.

    Ik heb begrepen dat jij inmioddels iets gevonden hebt.

    Kan jij me helpen aan de naam van de site of boek o.i.d.

    Thanks.

    Astrid

  • Lotte

    Hoi Hoi,

    Waar je waarschijnlijk ook wel informatie weg kunt halen is het kinderwagenmuseum in nieuwolda. Daar hebben ze ook heel veel dingen over vroeger enzo, dus niet alleen kinderwagens, maar ik heb er ook gelezen over de kraamzorg van vroeger enzo en ze hebben daar ook allerlei voorwerpen.

    Ik heb er toenveel aan gehad, maar je moet maar even kijken!

    Groetjes Lotte

  • Aura

    Hoihoi, heb er een heel artikel over, zal het voor jullie overtypen hopelijk hebben jullie er iets aan. (doe ook de opleiding en heb dit artikel van hun gekregen, het is veel typwerk dus doe het even snel, let niet op de tikfouten ajb).

    Van Bazige bakers tot kraamverzorgende

    De geschiedenis van je beroep….

    Als kraamverzogende sta je er meestal niet bij stil hoe het er vroeger aantoe ging. Of hoe je beroep is ontstaan en zich heeft ontwikkeld tot hoe het nu is. In het Nationaal Museum van Verpleging en Verzorging te Angerlo is een interessante expositie ingericht over “een eeuw kraamzorg”. Nanny wiegman, verpleegkundige, historicus en directeur van dit museum schreef voor kraamzorg een artikel over de historische wortels van het beroep van kraamverzorgende.

    Bazige bakers (1870-1890)

    In de 19de eeuw bevielen de meeste vrouwen gewoon thuis, begeleid door een vroedvrouw of huisarts. Na de bevalling kwam de zorg voor moeder en kind in handen van een baker. Dat waren meestal oudere vrouwen, goed gebekt en breed in de heupen zodat ze de baby gemakkelijk op schoot konden aankleden. Over bakers doen nogal negatieve verhalen de ronde. Ze zouden lui, dronken en onoplettend geweest zijn. Dergelijke bakers waren er natuurlijk en ze werkten meestal in de arme gezinnen. Maar er waren ook goede bakers, zoals Trui Klein uit Utrecht, die menige moeder op voortreffelijke wijze door het kraambed heen hielp. Dokter Ausems, die veel met Trui werkte, was heel enthousiast over haar: ''Trui was nooit vermoeid, altijd gelijkmatig van humeur, ijverig, stipt en betrouwbaar bij haar werk, pleegde geen ongerechtigheden, luisterde naar de bemerkingen omtrent de verpleging en bracht ze in toepassing". Vooral dat laatste was voor artsen en vroedvrouwen heel belangrijk. Want de meeste bakers waren eigenwijs en hielden vast aan de aloude bakerpraatjes over gezondheid. Het sterftecijfer onder moeders en zuigelingen was in deze periode dan ook hoog.

    Rust, reinheid en regelmaat (1890-1925)

    Aan het einde van de 19de eeuw woei er een nieuwe wind door Nederland. Fabrieken en bedrijven kwamen in opkomst en mensen trokken naar de grote steden op zoek naar werk. Ook de geneeskunde maakte een enorme ontwikkeling door. Een belangrijke doorbraak was de ontdekking van de bacterie. Eindelijk waren medici in staat de oorzaak van allerlei ziekten te diagnosticeren. Ook werd duidelijk dat het levensreddend is als doktoren hun handen wassen. Met deze nieuwe kennis over hygiene gingen medici de strijd aan tegen de kraamvrouwenkoorts en de kindersterfte. Vanaf dat moment klaagden ze steen en been over de bakers, die meestal niet konden lezen of schrijven en geen idee hadde nvan de niewuste ontwikkelingen op het gebied van hygiene en zuigelingenvoeding. In 1899 startte het Witte kruis daarom met een opleiding voor bakers en ook het Groene kruis ging zich bezighouden met de scholing van bakers. Ook de aanstaande moeders kregen voorlichting. Eenmaal opgeleid ontvingen de bakers een uniform, een diploma en een speld. Dat gaf natuurlijk veel status. Toch begon het imperium van de baker vanaf 1920 te wankelen. Vanaf dat moment werd ook in artsenkringen gesproken over een nieuw type baker, de “kraamverzorgster”. Zij moest de ouderwetse baker vervangen en de nieuwe hygiensiche beginselen van “Rust, reinheid en regelmaat” introduceren in de gezinnen.

    Van baker naar kraamverzorgster (1925-1950)

    Vanaf het begin van de 20ste eeuw ging de overheid zich meer met de openbare volksgezondheid bezighouden. Een speciale commissie ontwierp de nieuwe opleiding voor kraamverzorgsters, die in 1926 van start ging. Gedurende achttien maanden, waarvan zes in de kliniek, volgende de leerling theorie-en praktijklessen. De taken die de huidige kraamverzogende in haar pakket heeft werden al in die eerste opleiding voor kraamverzogsters geformuleerd. De kraamverzogster had vooral een signalerende functie en moest voorlichting geven. Ze assisteerde bij de bevalling, verzogde moeder en kind en rapporteerde alles wat afweek van een normaal kraambed. Kraamverzorgsters waren altijd verantwoording schuldig aan de vroedvrouw, de arts of de kraamvrouwenverpleegster. Na voltooiing van haar opleiding, moest ze zich aanmelden bij een zogenaamd plaatsingsbureau, waar ze ingeschreven werd als werkzoekende en kon rekenen op regelmatig werk. Pas na inschrijving ontving ze haar insigne. Deze constructie was vooral bedoeld om te voorkomen dat gediplomeerde kraamverzorgsters zich op grote schaal particulier zouden aanbieden. Dit werkte het zogenaamde “wild bakeren” in de hand, waarbij de overheid de controle op de kraamzorg weer zou verliezen.

    Tussen zwabberen en zorgen, een dilemma

    “wild bakeren” was tot 1950 een groot probleem in de kraamzorg. De behoefte aan kraamverzorging was in deze periode groot. Veel arme vrouwen konden de verleiding niet weerstaan en gaven zich zonder opleiding uit voor geoefende kraamverzorgsters. Vooral op het platteland was dit moeilijk te controleren, en gemakshalve zochten veel gezinnen hun heil weer bij de goedkope baker uit de buurt. De druk op de kraamopleiding was hoog, want er waren veel te weinig opleidingsplaatsen. Vooral toen de bakeropleiding in 1943 definitief stopte, legde dat een extra druk op de opelding tot kraamverzogster. Die opleiding had ook te kampen met tekorten in het praktische gedeelte. Want waar moesten als die nieuwe kraamverzorgsters ervaring opdoen en wie moest ze daarbij begeleiden? Er was nog weinig eenheid tussen de verschillende opleidingen. Tenslotte kampte de vernieuwede kraamopleiding met een probleem, dat haar tot op de dag van vandaag zou blijven achtervolgen. Het werk van de kraamverzogster bewoogen beweegt zich namelijk tussen zwabberen en zorgen. Aan de ene kant moest de kraamverzogster de kraamvouw verzogen en aan de andere kant werd ze ingeschakeld bij allerlei huishoudelijke klussen. Vooral tussen 1930 en 1950 was er een schreeuwend tekort aan dienstmeisjes in de burgelijke gezinnen. Sommige gingen de kraamverzogster zien als een tijdelijke oplossing voor dit probleem.

    In het internaat: Lachen, gieren brullen (1950- 1983)

    Vanaf 1950 werden kraamverzogsters in internaten opgeleid, waar ze drie maande naaneengelsoten theoretisch onderwijs kregen. Daarna gingen ze twaalf maanden de praktijk in, onder leiding van een docente. De egedachte achter dit systeem was, dat de meisjes in een rustige omgeving voorbereid konden worden op hun werk. Het leven in groepsverband bevorderde de sociale vaardigeheden, terwijl tegelijk de groep onder controle werd gehouden. In ruil voor hun opelding kregen de kraamverzorgsters kost en inwoning en zakgeld. In 1960 was dat bijvoorbeeld honder gulden per maand. De internaatsperiode werd door de meeste kraamverzorgsters als een leuke tijd ervaren, waar ze als meiden onder elkaar ontzettend veel lol hadden. In de nieuwe opleiding werd veel aandacht besteed aan het vak pathalogie, dat de kraamverzogster in staat moest stellen afwijkingen in het kraambed beter te herkennen. Haar signalerende functie naar huisarts en vroedvrouw kreeg hirdoor een extra diensie en ook haar verantwoordelijkheid nam hiermee flink toe. Bovendien werd er in de opleiding meer aandacht besteeds aan huishoudkunde als vak. In de praktijk konden kraamverzogsters hierdoor bewuster nee zeggen tegen opgedragen huishoudelijke karweitjes. Voor de beroepsvorming waren dit belangrijke veranderingen. Wanneer het theoretische onderricht voorbij was, ging de leerlinge stage lopen in het gezin. Het werk va nde kraamverzogster bestond uit het zorgen voor moeder en kind en het huishouden draaiende houden. Met de komst van apparaten als wasmachines en stofzuigers werd het huishoudelijk werk aanzienlijk verlicht. De kraamverzogster kon steeds meer tijd besteden aan de contacten met moeder en kind en het geven van voorlichting en instructie. Begrippen als reinheid, rust en regelmaat moesten nog steeds in de praktijk worden gebracht, waarbij de leidster van het kraamcentrum een controlerende taak had. Hier kon de kraamverzogster ook laten zien dat ze geleerd had tactvol, geduldig en flexibel te werken. Tijdens de praktijkperiode kwamen de leerlingen regelmatig terug op het internaat om het werk te bespreken. Van elk gezin waar met kraamde moest een verslag worden gemaakt en in totaal moest de kraamverzorgster 22 bevallingen hebben meegemaakt. De internaatsopleiding werd in de loop der jaren nog diverse malen verbeterd zoals bijvoorbeeld de herziening van 1971.

    Niet alles rozengeur

    Hoewel de werkomstandigheden in de kraamzorg en de opelding sinds 1950 sterk waren verbeterd, tobde het beroep toch met een negatief imago. Zo was de kraamverzogster altijd afhankelijk van de vroedvrouw, kraamverpleegkundige of de leidster van het kraamcentrum. Ook stond de leerling kraamverzogster, net als de leerling verpleegkundige in de inserviceopleiding, altijd in een afhankelijke positie van haar werkgever. Ze was immers leerling en werknemen tegelijk. Bij problemen trok ze dan ook altijd aan het kortste eind. Was zij gezakt voor een bepaald onderdeel, dan hoefde ze zich niet meer bij een ander internaat te melden om de opleiding voort te zetten. Een voordeel van deze constructie was wel dat de leerling na haar diploma altijd werk had via het kraamcentrum, waarbij ze was aangesloten. Nog steeds was men namelijk bang dat de kraamverzogsters, als ze zich niet verbonden aan een centrum, ongecontroleerd gingen “wild bakeren”. Na 1976 was de kraamverzorgster echter vrij om te werken bij wie ze wilde.

    Een beroep met een toekomst

    Met het verdwijnen van de verschillende kruisvereningingen is de basis voor de internaatsopleidingen vervallen. Het laatste internaat, de Cuurmand in Noordwijk, sloot in 1988 zijn deuren. Inmiddels heeft de opleiding voor kraamverzogsters in 1983 een nieuwe impuls gekregen. Toen de oude opleidingensstructuur kwam te vervallen, werd de opleiding op modernere leest geschoeid, waarin de kraamverzorgende minder afhankelijk is van haar werkgever. Toch is het de vraag of deze vernieuweing heeft geleid tot een meer zelfbewuste beroepsgroep. Het beroep van kraamverzorgende wordt immers nog steeds ondergewaardeerd. Het lijkt soms wel of slechts diegenen die direct profijt hebben van de kraamzorg, de gezinnen dus, het werk van de kraamverzorgende weten te waarderen. Want in het salaris komt die waardering niet tot uiting. De onregelmatige diensten, het geisoleerd werken en de wisselende werksituaties worden nogsteeds nit naar behoren beloond. Bovendien zijn ze slecht georganiseerd, net als andere groepen van verzogenden. Initiatieven vanuit de beroepsgroep zelf komen daarom maar moeizaam op gang, terwil thuisbevallingen door de maatschappelijke veranderingen meer en meer onder druk komt te staan. In dit debat zal de beroepsgroep, net als verloskundigen dat doen, een geluid moeten laten horen en niet blijven afwachten op de achtergrond moeten blijven. En dat gebeurt tegenwoordig ook steeds meer. De laatste tijd zijn veel nieuwe initiatieve ngenomen zals de landelijke dag voor de kraamzorg, die een hoogtepunt aan het worden is in de kraamzorg, de beroepsorganisatie STING, waar kraamverzorgenden in het bestuur zitten ,professionele vakbladen waar praktische en inhoudelijke zaken over het werken in de kraamzorg worden besproken. Hier laten kraamverzorgenden hun stem horen en komen ze zelf met ideeen en sugesties over inhoudelijke verbeteringen van hun vak. Het beroep van de kraamverzorgenden is volop in ontwikkeling. En dat is precies wat nodig is om het unieke beroep van kraamverzorgende voor de nederlandse thuisbevalling te behouden.

    Ik hoop dat jullie er wat aan hebben en allemaal 10-en gaan halen…..

  • Simone

    Hoi allemaal,

    Leuk, zoveel reacties. Bedankt. Inmiddels heb ik mijn werkstuk al een poosje af. Wanneer je googled op “geschiedenis verloskunde” krijg je ontzettend veel hits. Daar heb ik veel informatie vandaan kunnen halen. Misschien een tip voor de andere “studiebollen”?

    Fijne paasdagen en groet,

    Simone.

  • roos

    ik vond het heel boeiend om te weten ik moest er een spreekbeurt over houden over kraamzorg.

    en dus ook over de geschiedenis hiervan.

    en raad eens ik heb een heel goed cijfer een 8

  • Simone

    Hoi Roos,

    Leuk dat je gereageerd hebt, maar kijk eens naar het jaar???? Hahaha, tijd vliegt. Ik heb er een mooi werkstuk van weten te maken, heel veel werk aan gehad, maar wat denk je? Kreeg ik gewoon een Vtje van VOLDAAN in plaats van een cijfer!!!!

    Groetjes.